Wetenschappers ontwikkelden een beoordelingsmodel om de blootstelling aan het aantal SARS-CoV-2-deeltjes in te schatten. Deze deeltjes werden uitgestoten door een geïnfecteerd persoon in een niet-geventileerde ruimte en werden vervolgens ingeademd door andere personen. De scenario’s van het onderzoek varieerden in virusconcentraties, afmetingen van de ruimte en tijden van blootstelling.
Niezen stootte het hoogste volume aan aerosolen uit, gevolgd door – in volgorde – hoesten, praten en ten slotte ademen. De bevindingen van het onderzoek toonden aan dat bij aerosolen die op deze manieren worden verspreid, het mogelijk is om in een niet-geventileerde ruimte blootgesteld te worden aan SARS-CoV-2.
Deze studie van o.a. Jack Schijven vormt een basis om de kans op blootstelling aan het virus via de lucht in te schatten. Zolang niet is bewezen welke fractie van de deeltjes in de aerosolen besmettelijk is, wordt aanbevolen voorzichtig te zijn. Goede ventilatie van ruimtes kan al erg waardevol zijn.